-
1 discredit
n. onbetrouwbaar; wantrouwen; schandvlek--------v. twijfelen; vertrouwen schaden; wantrouwendiscredit1[ diskreddit]1 schande ⇒ diskrediet, opspraak♦voorbeelden:he is a discredit to our school • hij schaadt de goede naam van onze school1 ongeloof ⇒ wantrouwen, verdenking♦voorbeelden:————————discredit2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
2 disrepute
n. slechte naam[ disripjoe:t]♦voorbeelden:fall into disrepute • in een slechte reuk komen te staan -
3 bring into disrepute
bring into disrepute -
4 damage
n. schade, verlies; (Slang) uitgaven, kosten (Bv. "What's the damage for the drinks we had at the bar?")--------v. beschadigen; schade veroorzakendamage1[ dæmidzj]1 schade ⇒ beschadiging, averij♦voorbeelden:2 what's the damage? • hoeveel is het?♦voorbeelden:→ vindictive vindictive/————————damage2〈 werkwoord〉1 beschadigen ⇒ schade toebrengen, aantasten -
5 defame
v. te schande maken, schandaliseren[ diffeem]1 schandaliseren ⇒ te schande maken, in diskrediet brengen -
6 disparage
v. kleineren, geringschatten[ dispæridzj] 〈zelfstandig naamwoord: disparagement〉1 kleineren ⇒ geringschatten, verachtelijk spreken over2 in diskrediet brengen ⇒ verdacht maken, vernederen -
7 reflect on
reflect on, reflect upon2 zich ongunstig uitlaten over ⇒ in diskrediet brengen, een ongunstig licht werpen op♦voorbeelden:2 your rude behaviour reflects only on yourself • je onbetamelijk gedrag speelt alleen maar in je eigen nadeel -
8 shake
n. beving; schudding; milkshake; oogopslag (spreektaal)--------v. schudden; bibberen; door elkaar schudden, verbijsteren; doen bewegen; krullen; schudden, geven (v.e. hand)shake1[ sjeek]♦voorbeelden:he said no with a shake of the head • hij schudde (van) neebe all of a shake • over zijn hele lichaam trillen3 in two shakes (of a lamb's tail) • zo, direct, in een secondeII 〈meervoud; the〉→ great great/————————shake21 schudden ⇒ schokken, beven, (t)rillen2 wankelen♦voorbeelden:3 shake (on it)! • geef me de vijf!, hand erop!→ shake down shake down/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 doen schudden ⇒ schokken, doen beven/trillen2 (uit)schudden ⇒ zwaaien, heen en weer schudden♦voorbeelden:shake sugar on bread • suiker op brood strooienshake out • uit/leegschuddenshake before use/using • schudden voor gebruik4 mother was shaken by Paul's death • moeder was getroffen/geschokt door de dood van Paul5 these stories have shaken the firm's credit • deze verhalen hebben de firma in diskrediet gebracht→ shake down shake down/, shake up shake up/
См. также в других словарях:
Вилдерс, Герт — Герт Вилдерс нидерл. Geert Wilders Дата рождения: 6 сентября 1 … Википедия
Вилдерс — Вилдерс, Герт Герт Вилдерс нидерл. Geert Wilders Дата рождения: 6 сентября 1963(1963 09 06) … Википедия